Bouwvergunning geweigerd? Provincie keurt ze wel goed
© EDM
De Vlaamse provincies keuren vijftig procent van de geweigerde bouwaanvragen die bij hen worden aangevochten toch goed. Een duidelijke reden daarvoor is er niet, en vaak gaan de provinciebesturen ook in tegen het advies van hun eigen ambtenaar. De praktijk maakt het moeilijk voor de gemeenten om een consequent ruimtelijk beleid te voeren.
Wie zijn bouwplannen doorkruist ziet door zijn gemeente, kan maar beter in beroep gaan bij de provincie. Dat was vorig jaar niet alleen de fel gecontesteerde advertentieslogan van de provincie Vlaams-Brabant, het blijkt ook uit de cijfers van het vergunningenregister die
Vlaams Parlementslid Bart Nevens (N-VA) opvroeg bij minister van Omgeving Joke Schauvliege (CD&V).
De gemeenten zijn bevoegd voor het afleveren en weigeren van bouwvergunningen, maar de beslissing kan wel worden aangevochten bij de provincie. Bijna een derde van de geweigerde dossiers komt op de tafel van het provinciebestuur. En in ongeveer 50 procent van die gevallen maakt het provinciebestuur de weigering van de gemeente ongedaan. In de periode 2010-2014 spande de Antwerpse deputatie de kroon met 58 procent, gevolgd door Oost-Vlaanderen met 55 procent.
“De provinciebesturen profileren zich steeds meer als een controleorgaan”, zegt Nevens, die ook schepen van Ruimtelijke Ordening is in Kortenberg. “Probeer als gemeentebestuur maar eens het landelijke karakter van de gemeente te vrijwaren of in te gaan tegen projectontwikkelaars. Sommige aanvragers geven ons de indruk dat het al op voorhand beslist is dat ze hun vergunning zullen krijgen.”
