De reiziger, de dichter en de muze.


                               Deze column is een bijdrage van Harry Endendijk

 

 

"Ik ijl naar mijn geliefde de lustige Ourthe die mij schaterend opvangt", het staat op een brok natuursteen in het kleine Belgische stadje La Roche-en-Ardenne. De steen is een symbool van de relatie tussen dit stadje in de Ardennen en Nederland, maar geen Nederlander bezoekt deze plaats.

 

Bijna niemand kent de geschiedenis van de steen. Voor de inwoners was het in het verleden de plaats voor een romantische ontmoeting op het bankje van het monument, welke ontmoeting menigmaal leidde tot een lokaal huwelijk. Even buiten de stad, tussen de bomen, met zicht op de rivier de Ourthe, was dit een geschikte plaats voor een "rendez-vous".

 

Het monument is geplaatst in 1912 als dank aan de Nederlandse dominee Marie Adrien Perk. Hij bezocht het stadje en schreef de eerste Nederlandstalige reisgids over de regio. Dit is ook alles wat de bezoekers lezen in de brochure van het VVV. En soms zien ze een foto van de dominee op zijn bankje van zijn monument.

Maar in 1933 kreeg de steen aan de andere zijde een tekst. Het is hommage aan een Nederlandse dichter: "Ik ijl naar mijn geliefde de lustige Ourthe………..". Het verwijst naar het jaar 1879.

 

Sinds het midden van de negentiende eeuw begon het toerisme in deze regio. Vooral Engelse en Nederlandse bezoekers vonden er iets van hun gading. In die zomer van 1879 bezocht Marie Adrien Perk met zijn familie La Roche-en-Ardenne. En ontstond er een band tussen de Perk en het kleine stadje. De vader beschrijft het als één van de mooiste in de regio. Het is de natuur, het dal met het water tussen de rotswanden, en niet de architectuur, die voor deze schoonheid zorgt.

 

In La Roche gebeurde er toen iets bijzonders. Vader en zijn zoon, Jacques Perk een jonge dichter,  sloten zich aan bij een groep natuurvrienden en ze maakten wandelingen in de omgeving.

Het was een internationaal gezelschap Belgen, Engelsen, Nederlanders en de Ierse schrijver Oscar Wilde. De leider van de groep was de Brusselaar Xavier de Reul. Hij was geoloog en hij vertelde de anderen alles over de natuur van dit ruige stuk van de Ardennen.

In deze groep bevond zich een twintigjarig, vrolijk, blond meisje: Mathilde Thomas, het nichtje van de geoloog. Zij heeft een grote indruk gemaakt op de dichter Perk.

Zo groot dat ze de inspiratie, de muze, is geworden voor meer dan honderd sonnetten: De Mathildekrans van Jacques Perk.

In het derde sonnet met de titel AAN MATHILDE vindt men: "Gij zijt de moeder van deez' liederkrans:" en het volgende sonnet ERATO, één van de muzen, "Toen is de blonde Muze mij verschenen…..".

 

Het symbool van La Roche-en-Ardenne is de ruïne van het kasteel. De ruïne is niet ontstaan door de oorlogen, maar het was de plaatselijke bouwmarkt in de zestiende en zeventiende eeuw. In oude huizen kan men de resten van het kasteel terugvinden. Zowel vader als zoon beschrijven de ruïne op hun eigen manier. De vader vertelt over de geschiedenis en de anekdote van het spook dat nu nog elke avond ronddoolt in het stadje.

De zoon dicht DE BURCHT IN PUIN. Zo kan men in deze liederkrans diverse malen het stadje terugvinden, DE SCHIETBEEK ontstond na het doorwaden van de Bronze, een klein riviertje in La Roche, waar Perk de voeten van Mathilde mocht drogen.  

 

In La Roche dronk Jacques Perk zijn plaatselijke biertje in Café Royal, "Het bier smaakt goed en het is betaalbaar.". Hij verbleef in Hotel des Ardennes voor vier franc vijftig per nacht en dat was, volgens zijn vader, waar voor je geld. Hier zijn de eerste schetsen van de liederkrans ontstaan, geïnspireerd door Mathilde, de natuur en het stadje. Maar zijn gevoelens voor Mathilde kwamen van één kant. Zij vond hem een vervelende, flauwe, opdringerige Hollander met melkboerenhondenhaar. Op een briefje met een bloemmotief schreef zij wel een gedicht voor hem: La rose effeuille sa corolle…, De roos ontbladert zijn bloemkroon… De vrije vertaling van Perk, "De zwaluw vliedt de Noordsche buien", is het enige niet-sonnet geïnspireerd door Mathilde.

 

Na deze zes dagen nemen ze afscheid op een hoogvlakte nabij La Roche. De laatste regel van het sonnet SCHEIDING luidt: "En alles, wat ik zeide, was: ,,Mathilde!'' ". Een jaar later bezocht Jacques Perk, samen met zijn vriend Willem Kloos, nog een keer La Roche, maar Mathilde ging in dat jaar naar Blankenberge op vakantie. Hij heeft haar nooit meer gezien.   

 

Nu, honderdvijftig jaar na de geboorte van Jacques Perk en honderddertig jaar na de ontmoeting met Mathilde Thomas, moet men goed zoeken om deze geschiedenis terug te vinden. Hotel des Ardennes is nu de sociale dienst. Café Royal is nu een kledingwinkel, alleen de  kerk heeft de tand des tijds en het geweld van de oorlogen doorstaan. Twee oorlogen hebben de stad veranderd en de oude structuur verwoest. De steen staat er nog steeds, en het bankje ook, maar de romantische vleug is verdwenen.

 

Een kort bezoek in 1879 aan La Roche van een dominee, de reiziger die zijn zoon, de dichter, meenam naar de Ardennen, waar deze zijn muze ontmoette, heeft ons één reisgids en honderdzeven sonnetten gebracht. 

 

Om geheel in stijl te eindigen:

 

Aan Mathilde

 

Wanneer de moeder van het licht weêr licht,

En voor heur goud den zwarten mist doet wijken,

Dan laat ze 'r stralen langs de bloemen strijken,

En dankbaar doet elk bloemeke zijn plicht.

 

Zoodra de bloem de lieve zon ziet prijken,

Dan wolkt ze wierook op in wolken dicht,

En geurenmoeder wordt het moederlicht....

Ik moet, Mathilde, u aan de zon gelijken!

 

Gij zijt de moeder van deez' liederkrans -

Gij hebt dien met uw zonneblik geschapen

In 't zwarte hart; zoo 't glanst, 't is door úw glans.

 

Met úwe bloemen krans ik u de slapen,

Uw eigen schepping leg ik om uw hoofd;

Zoo zij uw naam voor eeuwiglijk geloofd! -

 

 

Met dank aan Harry Endendijk, Harry verzorgt:

 

 

DE MATHILDEKRANS.

 

Wandel mee en U leert La Roche-en-Ardenne anno 1879 kennen en U maakt kennis met de bron van een monument der Nederlandse dichtkunst. Een wandeling, maar het is ook een wandelende tentoonstelling over de reiziger, de dichter en de muze.

 

Informatie en reservering:         NL        0032     472 506 148

                                               B          0          472 506 148

e-mail: endendijk@skynet.be

 

3 juli 2009.

info@ardennenwie.nl